Het soort eet-, drink of slikproblemen bij kinderen met neurologische aandoeningen hangt af van waar de aandoening in het centraal zenuwstelsel gelokaliseerd is. Kinderen kunnen een te hoge, een te lage of een wisselende spierspanning hebben. Dit is ook van invloed op de spierspanning in de mond. Daarnaast kan de gevoeligheid in de mond afwijkend zijn. Als het eten, drinken of slikken bij uw kind met een neurologische aandoening moeilijk gaat, wordt er een voedingsobservatie en mondonderzoek gedaan. Afhankelijk van de uitkomsten krijgt u een advies en/of wordt de behandeling gestart.